6 km

Folder is verkrijgbaar op het startbureau

NUMMER 1 het informatiecentrum achter in de katholieke kerk belicht de strijd van de 1ste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade bij Driel tijdens Operatie Market Garden. Tevens gaat het in op het ontstaan van deze brigade, de oneervolle behandeling van de Polen na het mislukken van de operatie, het eerherstel en de hechte band die bestaat tussen Driel en Polen.

NUMMER 8 In de nacht van 24 op 25 september 1944 werd een laatste poging gedaan om de Britse troepen in Oosterbeek te versterken met de Polen en de mannen van The Dorsetshire Regiment. De Polen kwamen niet in actie, want de beoogde boten waren er niet. De Dorsets probeerden tegenover de Westerbouwing – de hoogte aan de overkant – over te steken. Sosabowski had tijdens een overleg met Britse officieren in Valburg deze locatie afgeraden omdat de Duitse troepen de heuvel bezetten. De poging om de rivier over te steken mislukte en Sosabowski ’s bezwaren op de gekozen locatie bleken terecht. 

NUMMER 9 In september 1944 kwamen de Poolse troepen aan in Driel. Het was de bedoeling om hier per Drielse veerpont de Rijn over te steken. Aan de overkant van de rivier, in Oosterbeek, was de 1ste Britse Luchtlandingsdivisie ingesloten. De Britten wachtten in spanning op de Poolse versterking vanuit het Zuiden. Veerbaas Peter Hensen zag al op woensdag 20 september dat aan de overkant de Duitse troepen heer en meester over het gebied waren. De veerbaas besloot daarom de gierpont onklaar te maken om te voorkomen dat de Duitsers die zou gebruiken. Hierdoor waren de Poolse troepen ook niet in staat om gebruik te maken van het veer.

NUMMER 7 Omdat de Poolse troepen niet gelijk de eerste nacht de Rijn konden oversteken, om de Britse troepen in Oosterbeek te ondersteunen, trokken ze zich op de avond van 21 september 1944 terug naar Driel. In de omgeving van boerderij ‘De Nevel’ namen ze defensieve posities in. De mannen maakten schuttersputten, groeven zich in, en wachtten op de vijand. Een paar soldaten moesten 11 krijgsgevangenen bewaken. Twee van hen bleken Polen te zijn die gedwongen waren om in Duitse militaire dienst te treden. 

NUMMER 6 Rond deze locatie werden door Poolse troepen pogingen ondernomen om de Britten in Oosterbeek te bereiken. Omdat het Drielse veer verdwenen was, moesten de Poolse troepen op zoek naar boten waarmee de oversteek gemaakt kon worden. De eerste nacht lukte dat niet maar tijdens de tweede nacht bereikten 52 Polen met behulp van opblaasboten de overkant. Tijdens de derde nacht, wisten 153 soldaten de overkant te bereiken met behulp van aangevoerde aanvalsboten. Op dezelfde plek staken de Britten en Polen ook de Rijn over bij hun terugtocht uit Oosterbeek in de nacht van 25 op 26 september.

NUMMER 5 Na de landing van de Poolse parachutisten zetten Duitse bevelhebbers snel troepen in vanuit het oosten, uit angst dat de Poolse soldaten naar de verkeersbrug bij Arnhem zouden oprukken. Om ze de pas af te snijden, hadden de Duitse troepen op 22 september 1944 een sterke defensieve stelling ingericht achter de spoordijk van het traject Arnhem-Nijmegen. De soldaten maakten schuttersputten, groeven zich in, en wachtten op de vijand. Deze inderhaast verzamelde groep van verschillende eenheden, bestookten de Poolse troepen met name met behulp van (zware) artillerie. 

NUMMER 4 In de vroege avond van vrijdag 22 september 1944 bereikten onderdelen van het geallieerde grondleger -vanuit Zuid-Nederland- Driel. Daaronder waren twee DUKWs: amfibievoertuigen met voorraden voor de ingesloten Britse troepen bij Oosterbeek. Ze reden zich in het donker vast in de modderige, steile toegangswegen naar de rivier. Geen van de voertuigen bereikte de overkant. In een haakse bocht, die toen in de weg zat, raakte een DUKW van de weg, en kwam tot stilstand in een greppel.

NUMMER 3 In de eerste nacht probeerden de Poolse troepen Oosterbeek te bereiken om daar de ingesloten Britse troepen te ondersteunen. Helaas lukte het niet om de Rijn over te steken, waarna de Poolse soldaten in de vroege uren van 22 september 1944 posities bij Driel innamen. Een van de posities bevond zich in de voorganger van de naoorlogse boerderij de Baarskamp. Een peloton van 28 man sterk, onder leiding van 2e luitenant Richard Tice vestigde zich rondom de boerderij. Een eerste Duitse aanval, ondersteund door pantservoertuigen, werd afgeslagen. Tice sneuvelde hierbij. 

NUMMER 2 Op 21 september 1944 vormde dit gebied ‘Dropzone K’ (DZ K). De omgeving van Driel bestond destijds uit velden en boomgaarden. Hierboven sprongen rond 17:15 ongeveer 1.000 parachutisten van de Poolse 1e Onafhankelijke Parachutistenbrigade uit de 73 Dakota-transportvliegtuigen van de Amerikaanse luchtmacht.  

NUMMER 10 In de ochtend van 22 september vestigde generaal-majoor Stanislaw Sosabowski, commandant van de Poolse 1e Onafhankelijke Parachutistenbrigade, in het huis op Molenstraat 12 zijn hoofdkwartier. Zijn borstbeeld kijkt er nu op uit. In een wijde kring om het huis van molenaar Beijer gingen de diverse legereenheden in stelling. Ze groeven schuttersputjes en richtten een verdedigingslinie in. Vanuit zijn commandopost ging de generaal vervolgens op inspectie bij zijn soldaten. Hij verplaatste zich hiervoor, tot grote hilariteit van zijn mannen, per damesrijwiel. 

NUMMER 11 Vroeg in de ochtend op vrijdag 22 september 1944 bereikten troepen van het grondleger dat uit het zuiden kwam, de Poolse parachutisten bij Driel. Vanuit Nijmegen waren eenheden van de Household Cavalry door de Duitse linies geglipt. Ze hadden geluk dat er een dichte mist hing, waardoor de soldaten niet ontdekt werden. Zo reden ze zonder een schot te lossen vanuit het westen Driel binnen, over de Drielse Rijndijk. Op die manier kregen de Poolse troepen een welkome versterking van acht gepantserde voertuigen met kanonnen, goed werkende radio’s en 20 soldaten. 

NUMMER 12 De medische compagnie van de Poolse parachutistenbrigade koos de rooms-katholieke lagere school uit om als noodhospitaal te dienen. Tot kort voor de gevechtshandelingen bood het huisvesting aan vluchtelingen uit het westen van het land. De bedden stonden bij wijze van spreken klaar om toegewezen te worden aan Poolse patiënten. De dokters en hospitaalsoldaten verzorgden uiteindelijk in totaal 159 gewonden: Poolse en Britse militairen en Nederlandse burgers. 

NUMMER 13 Aan het andere einde van de Dorpstraat, zo’n 800 meter naar het zuiden, hadden de Poolse soldaten antitankmijnen gelegd bij de T-splitsing Dorpstraat – Honingveldsestraat. Deze posities rond de Honingveldsestraat werden op 22 september aangevallen door Duitse troepen. De Poolse soldaten trokken zich in de haast terug naar de Dorpstraat. Daarbij raakte een radio-operator met zijn antenne verstrikt in de stuiken waardoor hij achterop raakte. Henk te Dorsthorst, inwoner van Driel, hielp hem om los te komen. 

NUMMER 14 Bij het begin van de Slag om Arnhem werd, onder leiding van de plaatselijke vrouwelijke huisarts, dokter A. van den Burg – van der Poel, het rooms-katholieke parochiehuis ingericht als een bescheiden verbandpost voor burgers. Tot de eerste patiënten behoorden bemanningsleden van een Stirling bevoorradingsvliegtuig. Dit toestel was op 19 september 1944 neergestort nadat het boven Oosterbeek voorraden voor de Britten had afgeworpen. Een van de andere burgers die hielp met het verzorgen van de gewonden, was Cora Baltussen. 

NUMMER 15 Op 21 september 1946 vond de onthulling plaats van een sober monument ter herinnering aan de gebeurtenissen van twee jaar eerder. Een nieuw gedenkteken voor de Poolse Parachutistenbrigade verrees 15 jaar later. Beeldhouwer Jan Vlasblom ontwierp een modern beeld van ‘jeugd die de vrijheid als een kostbaar juweel vasthoudt’. De steen erboven is als een parachute. Op het voetstuk kwam Surge Polonia (Polen zal herrijzen) te staan. Hier wordt jaarlijks de inzet van de Polen herdacht. 

NUMMER 16 Generaal Sosabowski en zijn Eerste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade hebben in de slag om Arnhem moedig gehandeld. De grote verdiensten die zij daarmee hebben gehad voor de bevrijding van Nederland, wordt pas sinds enkele jaren formeel erkend. Voor velen komt dat eerherstel achteraf, maar voor familieleden niet minder belangrijk. Generaal Stanislaw Sosabowski, die in 1892 werd geboren in Galicië, stond in hoog aanzien bij zijn soldaten. Hij vocht bij Warschau tegen de Duitse troepen die Polen binnenvielen en ontving daarvoor de hoogste militaire onderscheiding. Sosabowski vluchtte daarna via Frankrijk naar Groot-Brittannië, waar hij de leiding kreeg over de Brigade Group. Veel van zijn soldaten sneuvelden bij de slag om Arnhem.

Montgomery en Browning hielden Sosabowski persoonlijk verantwoordelijk voor het mislukken van Operation Market Garden. Hij werd uit zijn commando ontheven en verliet het leger in 1947. Sosabowski stierf in 1967 in ballingschap in Groot-Brittannië en werd begraven in Warschau. De Poolse generaal was de zondebok op wie Montgomery en Browning de schuld van het fiasco van de slag om Arnhem konden schuiven. Alleen de inwoners van Driel zagen de tragiek in van de strijd van het Poolse leger, dat zware verliezen had geleden door de ongunstige omstandigheden en slechte planning van de Britse opperbevelhebbers. Zij beschouwen de Polen als hun bevrijders, met generaal Stanislaw Sosabowski voorop.